Q&@
LANG
HET HOOFD BRAK OVER DE RÉDEN
WAARÒM DE GROOTSTE POLITIEKE REVOLUTIE
IN FRANKRIJK UITGEBROKEN WAS EN NERGENS ÀNDERS,
WAS DE EERSTE DIE HAAR INTELLECTUELE VOORGESCHIEDENIS BESCHREEF:
'Koningen richten zichzelf te grònde met Gróte Òndernémingen: edellieden putten zich úit
in prívéóórlogen & de gewone MÀN verrijkt zich in de hàndel! De invloed van het gèld begìnt zich
te dóen gevóelen in staatszaken. De hàndel ìs 'n níeuwe bròn van màcht & de financiers worden 'n politíeke màcht
die men eràcht èn vléit! Langzamerhand breidt de Verlichting zich úit; men zíet de voorkeur voor literatuur & schone kunsten
ontwáken; de gevòrmde GÉÉST wòrdt 'n déél van het geslaagde leven; de wetenschap wordt gebruikt bij het besturen; intelligentie is 'n sociale kracht; geletterden duiken òp in het publieke Léven?'! Déze ontwìkkelden MÀNNEN van de Verlichting, die de revolutie plaatsten ìn een perspectief - de postreligieuze opvatting dat de mens zijn eigen wereld schèpt - behoorden tot 'n kleine minderheid van seculiere geletterden. 'n Anonieme verhandeling, 'Le philosophe', die in 1743 verscheen & Láter Òpníeuw Úitgegeven WÈRD door Voltaire, vàtte hùn zèlfbééld sámen: WÉRELDS, GÉÉSTIG, RÚIMDÈNKEND, DE RÉDE TÓEGEDÁÁN ÈN VÓÓRÀL VÒL VERÀCHTING VOOR DÉ KÈRK! Zij
Publiceerden Géén Léérstellingen: hun ÒPVATTINGEN varieerden van nuchter relativistisch (Montequieu) èn van het strijdlustig besluit òm dàt 'INFAME DÌNG' (de Katholieke Kèrk) te verpletteren (Voltaire) tot het tèchnicisme v/d Encyclopédíe van Doderot & D'Alem-bert. Maar de tókomst WÀS áán hèn, evenals hun onwrikbare overtuiging dat níets i/d politieke & maatschappelijke wereld héilig was, dat ÀLLE verschijnselen mèt HÈT lìcht v/d réde onderzocht kònden wòrden èn àlles víel te bezíen àlsòf het vàtbáár was voor verandering èn manipulatie dóór dé mènschelijke wìl èn màcht! Díe philosophes hóópten de wetenschappelijke methode die i/d eeuw ervoor al òntdèkt WÀS tóe te blijven pàssen òp verschijnselen bìnnen búiten de wereld der natuur, zoals bestuur, economie, ethiek, rècht, dé máátschappij èn zèlfs het gevóelsleven. Zóàls D'Alembert zei: 'Filosofie ìs dé experimentele natuurkunde v/d ZÍEL!' Nicolas de Condor-cet hóópte dàt de wétenschàp 'de grenzeloze vervolmaakbaarheid v/d mensensoort' zéker zou stellen.... En vergeet vooral ook
de vulkaanuitbarsting(en) op IJsland niet in 1783, die overal de oogsten deed mislukken door temperatuursveranderingen, rode lucht,
stofwolken, gif & 'getóver' met als wat ooit 'normaal' was geweest maar nu op z'n eind
leek te lopen in bij ÀLLE òpzichten: honger, dorst, teleurstellingen,
hoop op 'n verandering, wantrouwen, haat, nijd,
onzekerheid, verlangens, tegenstellingen,
corruptie, verspilling, armoe,
Ellende & Groter
wraakzucht
...?!