27367 volgens kerkvoogd jjvt waren art 109/110 v/h

WETBOEK
VAN STRAFRECHT
OVERTREDEN?! Tegelijkertijd werd
de veldwachter verweten tekòrt te schieten!?
Hij besloot z'n brief met de woorden: "MOGT UED. ACHTB.
VAN GEDACHTEN ZIJN OM DE ZAAK TE LATEN RUSTEN DAN ZAL IK ZWIJGEN"!
In 't andere geval wenste hij een onderzoek! In 'n naschrift voegde hij er nog aan toe:
"MEN ZEGT DAT DE PREDIKANT OOK DE BEWUSTE BIJEENKOMST BIJGEWOOND HEEFT;
EENE BIJEENKOMST TOCH STRIJDIG MET DE WET"!? De burgemeester liet em weten deze zaak
níet stèrk te vinden en 't verder maar liever te willen LATEN RUSTEN, eraan toe-voegend hóezéér:
"...IN HET OOG LAKENSWAARDIG MIJ DEZE HANDELINGEN VOORKOMEN"?! De dag na dit antwoord
aan de heer Van Toorenenbergen schreef deze burgemeester HH VITRINGA aan de Commissaris des Konings
te Arnhem. Hierin koos hij partij i/h kerklijk conflict @ Elspeet. Hij deed dit als reactie op 'n benoeming i/h college
van notabelen te Elspeet. 'n Viertal inwoners van Elspeet stonden op voordracht om twee vacatures op te vullen.
De opengevallen plaatsen waren die van Lambert Schouten, hij was tevens gemeente-raadslid, & J.J. van Toorenenbergen,
béiden uitgesproken tegenstanders van ds. Van Leeuwen. Over Schouten schreef de burgemeester "...DOOR MIJ ZEER GEWAARDEERD..." & over hen beiden "...ZIJ WAREN ZEER GESCHIKT VOOR DE TOEZICHT OP DE ADMINISTRATIE",
waarbij hij aantekende dat de administratie thàns gehéél en àl onder invloed stond v/d predikant,
"...EEN IN MIJN OGEN WEINIG ACH-TENSWAARDIG PERSOON"! Óók liet de burgemeester de Commissaris des Konings weten:
"DE PREDIKANT HOEZEER DOOR MIJ ZEER ERNSTIG HIEROVER ONDERHOUDEN SCHIJNT GEEN POGINGEN AAN TE WENDEN
tot tegemoetkoming zijner tegenpartij"! Over de kan-didaten voor 't COLLEGE VAN NOTABELEN
liet de burgemeester zich gunstig uit! 't Ging om 2 landbouwers & 2 koehoudende dagloners,
waarvan er één ook
'n boschwachter
is.