27222 opgewekt wakkergeworden: verlicht & verheugd


BINNEN RÉVEILKRINGEN CIRCULEERDE TEGEN HET EINDE VAN HET JAAR 1848 BIJ DE VERKIEZINGEN VOOR DE TWEEDE KAMER EEN WEL HEEL OPVALLEND BERICHT OMTRENT MACHTSMISBRUIK VAN BURGEMEESTER C.L. VITRINGA VAN ERMELO.

OP 12 december '48 schreef ds. C.C. CALLENBACH 'n brief aan zijn collega J.C. Eijkman te Nunspeet. Hier troffen wij de volgende opmerkelijke passage aan: "Hoor wat de Heer Singendonck uit 's Hage mij schrijft: "de Burgemeester VITRINGA heeft, zegt men, aan de Kiezers tot ZIJNE Gemeente behoorende, hunne stembiljetten toegezonden met een briefje, houdende verzoek om met hunne oningevulde biljetten op het Gemeentehuis te komen". Maar gijzelf zult het beter weten, dat ik of iemand het u schrijven kan".

Verder hield hij een pleidooi voor Groen van Prinsterer en verzocht zijn collega Eijkman om actie te ondernemen. Helaas kennen wij het antwoord van ds. Eijkman niet. Feitelijk werd burgemeester VITRINGA beschuldigd van onrechtmatige beïnvloeding van de verkiezingen met de bedoeling Groen van Prinsterer buiten de Kamer te houden. De invloed van de wethouders op 't bestuur van de gemeenten was aanvankelijk nog niet groot. Sinds 1851 werden zij uit en door de gemeenteraad gekozen.

Dit wil nog niet zeggen dat hun invloed hierdoor toenam. Het was nog steeds de burgemeester die de grootste invloed kon uitoefenen en het meeste gezag had, alleen al omdat, zeker op het platteland, qua opleiding en kennis de wethouders duidelijk ònderdeden voor de burgemeester! De wethouders kwamen uit dezelfde bovenlaag van de plaatselijke samenleving als de gemeenteraadsléden. Ondanks de kieswetten van 1887 & 1896, die beiden 'n uitbreiding van het aantal kiesgerechtigden met zich meebrachten, en de daardoor toenemende democratie, kwam hier gedurende de gehele 19de eeuw nog maar weinig verandering in.

Pas tegen 't einde v/d 19e, begin 20ste eeuw, beginnen ook de wethouders meer invloed te krijgen op het lokale bestuur. Dit kwam door het ontstaan van kiesverenigingen, waardoor de wethouders zich genoodzaakt zagen te profileren om herkozen te worden: een dergelijke profilering ging uiteindelijk ten koste van de positie v/d burgemeester. In de plattelandsgemeenten was maar slechts zeer zelden sprake van zelfstandig opereren van 'n wethouder.

Toen in 1857 wethouder Reyer van Veldhuijsen betrokken raakte bij het kerkelijke conflict rondom dominee Witteveen te Ermelo schoot burgemeester H.H. VITRINGA hem te hulp en liet deze in het ge-meenteverslag weten over dat jaar: "DE WETHOUDER VAN VELDHUIJSEN MAAKTE ZICH IN DE VER VAN DE ZETEL DES BESTUURS VERWIJDERDE AFDEELING ERMELO, BIJ UITSTEK VERDIENSTELIJK DOOR ZIJNE HULPVAARDIGHEID EN BEKENDHEID MET PERSONEN EN PLAATSELIJKE AANGELEGENHEDEN!"

Het had er alle schijn van dat de wethouder als 'n zetbaas v/d burgemeester fungeerde & deze op de hoogte bracht van het wel en wee binnen het kerkdorp Ermelo. De Vale Ouwe bestond al vele duizenden jaren en dat merk je dus ook nu nog steeds aan land & water, zand, bos, hei, rivieren, beken, wel- & kwelwater, moeras, ven, verstuivingen & onze grafheuvels!!
19 feb 2017 - bewerkt op 21 feb 2017 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende