beweringen - zelfs gedaan door, uiteraard, de historisch alweer minder betrouwbare Yochanan (7:15) dat Yesj zèlf ongeletterd was & dat hij 'geen onderwijs had genoten'?
Als de uitspraken van Yesjoea echter tegen de achtergrond van het toenmalig joods onderwijs worden gehouden, is eenvoudig te zíen dat Yesjoea verre van ongeletterd was!
Hij was volkomen thuis in de Heilige Schriften èn i/d mondelinge overlevering èn hij wìst hóe hij dit erfgoed kon en moest toepassen: daarnaast was Yehosjoea's joodse vorming al bijna onvergelijkbaar veel béter dan die van SP. Kun je zeggen dat Yehosjoea haNatsri aka haMasjiach etc. ook één van dé joodse Wijzen van zijn tijd was: zó was althans de conclusie van Flavius Yosephus enige decennia na die meestbekende onder de ontelbare wrede kruisigingen van alle tijden!
Hoewel men het er in het algemeen wel over een is dat die passage in de overgeleverde Griekse manu-scripten van zijn JOODSE OUDHEDEN (18:63-64) verdraaid is door latere christelijke bewerkers, 'is de meest waarschijnlijke opvatting wellicht dat onze tekst grotendeels weergeeft wàt Yosephus geschreven heeft & dat er door 'n christelijke bewerker wijzigingen in zijn aangebracht'!
Zoals we al eerder konden zien, is de oorspronkelijke formulering nog niet helemaal verloren gegaan! Die gebruikte methode v/d christelijke bewerker wordt aan het begin van deze passage duidelijk: "OMSTREEKS DIE TIJD WOONDE DAAR OOK JESUS, EEN WIJZE MAN - 'als men hem wel een mens kàn nóemen'".
Juist deze nogal ongelukkig geformuleerde toevoeging garandeert de authenticiteit van Yosephus' uitspraak dag Jesus 'n 'wijze man' was. Josephus' definitie van Yesj als 'n zg. 'wijze' man werd bevestigd door 'n Arabische vertaling v/d veronderstelde oorspronkelijke formulering van die passage?
Uit deze woorden blijkt duidelijk dat Yosephus Yehosjoea identificeerde mèt dé Joodse Wijzen: 't Griekse woord voor 'wijs' heeft dezelfde wortel als de Griekse term 'SOFISTÈS' (Nederlands 'sofist'
, een term die toen nog niet de negatieve klank had die hij nu heeft!
Die Griekse term 'sofistès' verschijnt ook in rabbijnse teksten als aanduiding voor 'n joodse Wijze. In 'n ander verband verwijst Yosephus naar twee andere bijzonder joodse Wijzen als sofisten, & deze titel werd gewoonlijk door hem gebruikt ter aanduiding van de vooraanstaande joodse Wijzen.
Een typisch bijverschijnsel & gevolg van de zg. Spìltijd gedurende de eeuwen daarvoor in die regio: soortgelijke ver-schijningen die her en der tegelijkertijd plaatsvinden min of meer onafhankelijk van elkaar en/of door toevallige contacten 'onderweg'?!