24878gk34b de volgende morgen werden we wakker van


van gejammer,
het gegìl van vróuwen èn kìnderen!
We renden naar buiten en zagen dat héél Yehosjoea's Vèld bezaaid lag met lijken,
bádend in hun blóed. Het waren de mannen die de ark juichend hadden binnengehaald, zeventig in getàl!
Aviaddana omhelsde me èn drùkte mijn gezicht tegen haar boezem omdat ze niet wilde dat ìk zag wat we zágen,
want die aanblik was meer dan verschrikkelijk!! Ik begreep haar gebaar, ik tòlde op m'n bénen van liefde voor háár,
maar ik maakte me lòs úit haar omarming omdat ik deze meer dan afschuwelijke verschrikking onder ogen wìlde zien.
Vrouwen en kinderen bogen zich snikkend over de bloedende lichamen heen, maar er zat géén leven meer ìn! En ànders
dan de doden die al in Ekron gevallen waren, toonden deze lijken sporen van buitensporig geweld. We begrépen níet wàt er
gebeurd was, de nàcht móet wel vol met kreten van àngst & doodsgeròchel geweest zijn, maar wíj hadden er níets van gehoord vanwege de koe die lóeide om haar beide dòchters?! Géén van de Levieten was gewond, er lagen alleen dode bóeren op het veld
van Yehosjoea. Ik werd overvallen door 'n vermoeden dat zó ákelig was dat het me de adem benàm
èn ik bijna stikte ervan in mijn wóede!

Ik stapte hijgend op de Levieten àf die zich ophielden bij de ark en vroeg:
"WÀT ÌS ER GEBEURD? WIE HÉÉFT ÀL DÉZE ONSCHULDIGE MENSEN VERMOORD?"
Ik kreeg geen antwoord. Het léék wel àlsòf ik mijn vraag aan een stenen MÚÚR gesteld had en toen stapte Aviaddana naar voren,
gréép één van die Levíeten bij z'n kráág èn zètte hèm vóór MÍJ néér. "MIJN MÀN VRÓEG U ÍETS!" zei ze. 'Neem me niet kwalijk,'
zei de man met een bange blik in z'n ogen. 'Ik heb niets gehóórd!' Ik herhaalde mijn vraag:
"WIE HEEFT AL DÉZE ÒNSCHÙLDIGE MÈNSEN VERMÓÓRD?"

De màn kéék me áán,
slìkte moeilijk, en zei zó zàcht dat ÌK het bijna niet hóren kòn: 'G d!'
"GÒD!" schreeuwde ik het wóedend úit. "EN WÁÁRÒM DAN WEL?" En àlwéér moest de man diep slìkken èn kéék me
smékend áán alsof híj van MÍJ een doodsklap verwàchtte? "SPRÉÉK!" brùlde ik. Tóen spràk hij de woorden
die me de héle rèst van mijn leven achtervòlgd hèbben. Híj zéi:
'ÒMDÀT ZÍJ DE ÀRK
BEKÉKEN HÈBBEN!'
22 mei 2016 - bewerkt op 24 mei 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende