206btsodb Yesjoe's antwoord wijkt ook in ander op-
ZICHT ÀF VAN DAT VAN HILLEL. Hij stelt eerst een andere zaak aan de orde dan de verhouding tot de naaste, en wel die 'tot g d'!
De verhouding tot G d is voor hèm bepálend: van de betrekking tot g d hangt voor hèm àlles àf? Aan de woorden over de liefde tot G d, waarom 't hier gaat, laat MARK 12:29 't 'SJEMA' vooraf gaan. Yesjoea antwoordt bij hèm: 'Het eerste is: HOOR, Israël, DE HEER, ONZE G D ÌS ÉÉN!' Dàt ìs hèt oerisraëlitisch belijden. 'n Jóód zegt het 'sjema' vele maken in zijn leven: het vàt SÁMEN wàt hij ten diepste ge-looft èn híj lééft BÍJ déze woorden. Hij slaat de 'mezoeza' aan z'n deurpost, zodat hij er ingaande en uitgaande aan herinnerd wordt .....
Óók in zijn stervensuur prevelt hij nog zacht deze woorden: 'ADONAI ÌS ÉÉN'! We hebben dit hier al eerder vaker uitgelegd & hoeven 't verder niet alsmaar weer te blijven herhalen: déze G d, die ons bevrijd heeft, is úníek. Zóàls híj ìs er maar één: èn daarom gáát híj òns dus vóór & bóven alle andere goden, godinnen, machten & krachten, die we dan ook àfzweren?
Daarmee ìs àlles GEZÈGD! Yehosjoea is 't die dìt verder aan 'n ieder van ons wil uitleggen en zegt daarom: OMDÀT ADONAI UNIEK IS, ÉNIG IN ZIJN SOORT, DÁÁRÒM MOET AL ONZE TOEWIJDING ÓÓK TOTÁÁL ZÍJN! Er mag geen enkele reserve zijn: 't Héle Hàrt van dé Mènsch móet òp hèm gerìcht zijn; er mag geen enkel deel van het hart aan andere dingen of mensen gehècht zijn - onze héle Zíel móet òp hèm/háár/hèt/ùt gerìcht zijn - er mag geen enkel stukje van je ziel aan andere dingen of mensen gehecht zijn, & v/h verstand geldt hetzelfde: het móet geheelden àl bepaald worden dóór dé tóewijding aan g d! Kàn dat eigenlijk wel? Ìs dìt géén overvrágen? Zíjn er dan geen andere dingen die ook belangrijk en onvermijdbaar zijn? En hóe ZÌT het mèt ònze verhouding tot de andere mensen?
Àlle kràcht v/d mensch schijnt òp te moeten gaan i/d liefde tot g d: daarnaast schijnt er níets méér te wezen? We moeten Yesj echter wèl góed verstáán: 't gáát hèm òm dé primaire richting vàn hàrt, Zíel èn verstand; díe primaire rìchting ìs àllesbehéérsend!
Als díe er níet ìs, dàn komen de dingen niet i/d wáre òrde te staan!!
Pas vanuit de liefde tot g d mogen al die andere vragen gesteld worden, maar dan moeten ze ook gesteld worden, wànt ze zùllen zèlfs doorslaggevend blijken te zijn! De héle schepping, àlle dingen & mensen, moeten vanuit die toewijding aan g d dieper verstaan worden.
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende