Stel
je 't
heelal voor 'als
je hol, grot, huis,
verblijfplaats, tuin, leefomgeving & 'G d'
als dromenproducerende & -verzamelende "Dyson"':
is dat ook niet typisch 'oorsprong & ontwikkeling van sterrenstelsels,
zwarte gaten, kometen, meteoren en creatieve bewustwordingen'? Hoe dan ook,
wàt Yèsj ook ten antwoord gaat zeggen, het kàn altijd door de 'kwaadwillende collaborerende
dustclouddevils' tégen hem gebruikt worden!? Als hij zegt: jazeker, je moet die belastingen gewoon
betalen, dan zegt hij daarmee iets wat geen enkele Israëliet in zijn hart met hem ééns is, de farizeeër niet,
maar helemaal de Zeloot niet èn ook de Sadduceeër, hoewel misschien heimelijk van deze bezetting profiterende
zal dat nooit hardop zeggen? Ook de Farizeeër zwijgt er in de praktijk wijselijk over, maar in zijn hart leeft vurige hoop
dàt 'de Romeinen ZÙLLEN verdwijnen'! En de Zeloot ìs de strijd tegen de bezetter al begonnen! 't Ìs àldùs gezien 'n verraad aan 't vrijheidsverlangen dàt ìn hèt héle Vòlk der Vélen heimelijk of openlijk lééft?! Yesj kan trouwens ook wel inpakken als het om zijn
eigen aanhang gaat: onder zijn discipelen zitten ook al 'n paar zeloten; minstens twee van zijn discipelen komen uit díe kringen!
Bovendien zou het een uitspraak zijn die bij Yesj niet PÀST! Híj verwàcht toch immers de spoedige Kòmst vàn 't hemels G dsrijk
op aarde. Hij heeft herhaaldelijk geróepen: 't rijk der hemelen 'van g d' ìs nabíj! Op kòmst èn al werkzaam onder de menschen!
Hij zèt zich immers juist ìn voor de naastenliefde, vóór vrijheid, gerèchtigheid/rechtvaardigheid & rècht dóen aan íeder? En zíjn
júist díe dingen niet vreselijk vèr te zoeken onder die Grieksromeinse overheersingen & uitbuitingscampagnes?! Néé, híj kàn
niet zeggen: betaal maar! Maar 't omgekeerde gaat óók niet! Hij kàn óók niet zeggen: níet betalen! Daarmee zou hij
openlijk dé ÒPSTAND, de revolutie prediken. En dàt dóen zèlfs de Zelóten nog steeds niet, want die voeren hun
strijd heimelijk: zíj wéten zich al illegálen? Dus dàt moet je nooit zèggen, nimmer in het openbaar verkondigen!
Op 't Gróte Úúr Ú moet je tot dé Dáád overgaan, maar onverwacht, bij verrassing, onaangekondigd, als donder-slag
bij hèldere Hémel! Àls Yèsj dàt aankondigde, zou hij zichzelf dáármee al aangeven & zonder enige twijfel opgepakt worden.
Hij zou dan z'n eigen ruiten ìngooien. Dat ìs trouwens 't allerlaatste wat YESJ Zóu WÌLLEN Zèggen, omdat hij helemaal niet van
mening is, Dàt Díe Romeinse bezetting èn totale overheersing hèt éigenlijke èn allerzwartste ÈN -zwaarste probleem is waarmee
de toekomst van zijn al zo oude volk der velen gemoeid is? Yèsj, zo vertelt dit Verhaal, doorziet hun valsheid al wel:
hij heeft ze dóór, die hèm nu erin willen laten lopen, dàt ze hèm
WÌLLEN pàkken, en vastzetten, zo niet èrger!
Hij kijkt door hun giftige
toneelspel héén. En
benoemt 't
metéén!!