121cmp25087 'n koning had daar toen ook 't rècht ~
OM ZIJN SOLDATEN
IN TE KWARTIEREN BIJ DE BEVOLKING
VAN EEN KERKGEMEENTE, WAT AANGEEFT
OVER HOEVEEL VRIJE RUIMTE DIE KONDEN BESCHIKKEN,
ÈN HET RÈCHT ÒM ZÍJN VÉÉ TE WÉIDEN OP DE LANDERIJEN
VAN DE KLOOSTERS, WAT AANGEEFT HOE VEILIG DIE RUIMTE WÀS?
Kloosters stonden dikwijls sterk onder invloed van de familie van de Stìchter,
dus er was sprake van een soort erfopvolging; oorlogvoering was hen ook niet vréémd:
kloosters streden niet alleen voor de goede zaak, maar namen óók de wapens tégen elkaar op!
In 845, lang nadat alle geestelijken vrijgesteld waren van de krijgsdienst, sneuvelden tijdens een gevecht met de Denen
de abten van twee aangrenzende kloosters, die beiden aan het hoofd stonden van kleine legers, bestaande uit onder de wapenen geroepen 'geestelijken': wérelds & wèl ~ maar wat die kloosters toen werkelijk kwetsbaar maakte was de veiligheid die ze aan allerlei andere mensen boden? Hùn GRÒNDGEBIED was een wijkplaats: een vluchteling kòn zich daar veilig wánen! Ook al was het nog zo deugdzaam bedoeld, dit bíeden van een uitwijkplaats bracht risico's met zich méé: in de ogen van de vijand bestond er niet veel
verschil tussen het platbranden van iemands huis of van de kerk waar hij een heenkomen gezocht had; kerken waren namelijk
tóen nog voornamelijk van hóut ~ sténen plafonds boden pas in de twaalfde eeuw ietwat meer zekerheid ~ en dus
kòn vúúr zich nog veel sneller blijven verspreiden tot die tijd aan toe? Als koningen 't
met elkaar aan de stok kregen of bandieten er de omgeving te
onveilig maakten, fungeerden de kloosters op grond
van hun rol als vrijplaats ook als 'n
soort bankkluis! Ook nu nòg
meent men er vaak
veiliger te zijn
'in g ds
Náám'?
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende