Van de drie gedaanteverwisselingen
Drie gedaanteverwisselingen noem ik jullie van de geest: hoe de geest een kameel wordt, de kameel een leeuw, en de leeuw tot slot een kind.
Veel is zwaar voor de geest, voor de sterke en daadkrachtige geest waarin eerbied woont: naar het zware en zwaarste verlangt zijn kracht.
Wat is zwaar? Zo vraagt de daadkrachtige geest, en hij knielt neer, als de kameel, en wil goed beladen zijn.
Wat is het zwaarste, o helden? Zo vraagt de daadkrachtige geest opdat ik het op mij neem en me in mijn kracht zal verheugen.
Is het niet: zich vernederen om zijn hoogmoed pijn te doen? Zijn dwaasheid laten schitteren om met zijn wijsheid te spotten?
Of is het: onze zaak vaarwel te zeggen als ze zegeviert? Hoge bergen bestijgen om de verzoeker te verzoeken?
Of is het: zich met eikels en het gras van inzicht voeden en omwille van de waarheid honger lijden aan de ziel?
Of is het: ziek zijn en de vertroosters naar huis sturen, en met doven vriendschap sluiten, die nooit horen wat jij wilt?
Of is het: in vuil water stappen als dit het water der waarheid is, en koude kikvorsen en hete padden niet afwijzen?
Of is het: liefhebben wie ons verachten, en het spook de hand reiken als het ons bang wil maken?
Al dit zwaarste neemt de daadkrachtige geest op zich: zoals de kameel die beladen de woestijn in snelt, zo snelt hij zijn eigen woestijn in.
En in de eenzaamste woestijn geschiedt de tweede gedaanteverwisseling: een leeuw wordt hier de geest, vrijheid wil hij buitmaken en meester zijn in zijn eigen woestijn.
-Nietsie
Phlo, vrouw, 2 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
-
O
27 mei 2025
Van de drie gedaanteverwisselingen
vorige
volgende