39073DC150Yudas híeld z'n ógen GESLÓTEN & kon niet

Q&@

ZÍEN WAT YEHOSJOEA DÉÉD.
"VOEL JE HET, OPAATJE? VÓEL JE DE KRACHT?"
vroeg hij.

Enkele voorbijgangers keken toe & begonnen er met elkaar over te praten!

De oude bedelmonnik trilde.
'Ja,' fluisterde hij hees, 'ik vóel - íets.'

Miryam hield zich afzijdig, half verborgen in een portaal iets verderop in de straat.
Zíj zàg hóe Yesjoe de hand van de oude man losliet. Hij stond òp en keek om zich heen.
Toen hij Mir zag, wenkte hij haar te kómen, maar hij wachtte niet op haar.
Pas bij de volgende hoek haalde ze hem ìn. Ze had hun bezittingen van de grond opgeraapt.

'Ik wist wel dat jij 'm niet genezen zou. Hóe zóu je kùnnen? Het was 'n valstrik,' zei ze.

'Dáár GÁÁT het niet òm,' antwoordde Yesjoea zònder òm te kijken wàt Yehoedah dééd?

Lachend vervolgde hij:
'Hij kan mij bevelen geven zoveel hij wil, maar G d bevelen geven is wel 'n beetje moeilijker.
Nu hij 'n menigte om zich heen heeft ben ik benieuwd hóe hij zich HÍERÚIT rèdt!'

'Ik denk dat hij zich er wel uit weet te praten.'

'Of G d neemt met íeder van ons 'n loopje & genéést die man. Stel je vóór. YÙD gaat dàn misschien wel geloven. Àls z'n hàrt het houdt.'
Yesh was in 'n opperbeste stemming.
Hij nam de pakken van Mir óver & legde ze nu weer op zijn schouder.

Recht vóór zich zagen ze 'n téken - 'n witte duif met 'n olijftak in de snavel - dat met krijt op 'n ruw bord getekend was.
'We stoppen bij de herberg. Judas kan ons hier vinden als alles voorbij is.'

Yud VÒND hen inderdaad.

De menigte had hem blijkbaar niet in stukken gescheurd.
Hij zag Yesj & Mir in 'n hoek v/d herberg zitten & stevende recht op hen àf.
"GEEF ME ÉÉN GOEDE REDEN WAAROM IK JE NIET HIER EN NU ZOU VERMOORDEN!"
zei Yud wit van woede.

'Ik heb je 'n wonder gegeven. Je bent er heelhuids uitgekomen,' zei Yesj.

"Ik had geluk. De oude dwaas was 'n bedrieger. Hij dééd nèt òf hij kwálen hàd & toen de mensen begonnen te morren, hief hij z'n handen ten hemel en beweerde dat ik hem genezen had. Hij wilde daar zo snel mogelijk wèg!"

'Nèt als jíj,' zei Mir.

Yehoedas negeerde de steek onder water & bleef Yesj strak aankijken.
Yesj zag er kleiner uit dan gewoonlijk omdat hij op 'n laag bankje naar Yudas zat.

'Misschien hèb je hèm wel genezen. Misschien redde G d iemand in 't geheim,'
zei Yesj zonder Yud aan te kijken.

"DOE NIET ZO BELACHELIJK!"

Opeens riep 'n stem:
"YUDAS!"

'n Kleine man met de kap van z'n mantel op z'n hoofd, kwam naar hem toe.

Het was van Yuds gezicht àf te lezen dat hij hem kende & dat hij niet blij was met de ontmoeting.

"HOE HÈB JE ME GEVONDEN, MICHA?" gromde hij.

'Dat doet er niet toe. De vraag is waarom jíj òns niet gevonden hebt.' MICHA zette z'n kap af.
Hij was ouder dan de heetgebakerde jongemannen uit de bende van Yud en hij had 'n donker gezicht met 'n litteken bij z'n haarlijn.

Yud antwoordde niet en vroeg: "ZIJN DE ZELOTEN DAN AL ZÓVÈR DÓÓRGEDRONGEN?"

MICHA knikte. 'We hebben zelfs al iemand gevangen genomen. KÒM en neem je vrienden mee.
Je hebt al teveel aandacht getrokken.'

Ze volgden de samenzweerder maar een achterkamer.
MIr voelde zich wat duizelig.

'Rustig maar,' fluisterde Yesjoe & hij pakte haar hand.

MICHA leidde hen via de achterkamer langs een gang
naar de kelder.

?
15 sep 2020 - bewerkt op 17 sep 2020 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 78 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende