Proactief.

Ik heb mijn cactus vermoord door hem teveel water te geven. Dat is een ding. Hij is verdronken, omdat ik hem aandacht gaf.
Mijn liefde is verstikkend.

Ik lig hier op mijn buik te tikken, terwijl ik naar, wat is dit, een soort funky pop luister. Mijn kamer is weer eens opgeruimd. Alles voelt altijd beter nadat ik mijn kamer heb schoongemaakt, gestoft en gestofzuigd, alles heb geordend.
En dan gaat het weer langzaam de mist in.


Morgen ga ik marsepein maken, want het is bijna Vaderdag en mijn vader houdt van marsepein, maar de banketbakker had nog geen marsepein, want 'die hebben we pas in december altijd'. Maar ik weet dat dat niet klopt, mevrouw, je hebt ook al marsepein in oktober, van die paddenstoeltjes, want die koop ik voor zijn verjaardag in oktober, dus je lult gewoon. Dat zei ik alleen niet. Ik zei iets als: 'Oh, oké, jammer, toch bedankt.' en ik lachte vriendelijk en liep de zware regen in en ik ben niet eens verkouden geworden.
Nu ga ik het maar zelf maken.


Ik doe altijd heel stom over mijn liefdesleven. Ik zeg vaak dat er nooit iemand is die mij leuk vindt. Dat ik maar een saaie kut ben en ja, daarom vindt niemand me leuk. Ik realiseer me gewoon niet dat er drie verschillende jongens in mij geïnteresseerd waren. Of twee. Of twee en een half. Weet ik veel. Minstens twee.
En ook al was het alleen vanwege mijn uiterlijk en omdat ik er die dagen toevallig leuk uit zag en vriendelijk glimlachte en geïnteresseerd overkwam, het was toch interesse.
Ook al was het kort.
Het was iets.
En dat is niet niets.
En ik was niet eens actief op zoek naar dates.
En ik ben dus geen hopeloos geval dat nooit liefde zal vinden, et cetera.

Morgen heb ik een feest met mensen die ik jaren niet heb gezien, vrienden van een vriendin waar ik pas sinds kort weer contact mee heb en ik moet dus sociaal gaan doen. Ik ben vooral benieuwd hoe één specifieke jongen met mij om zal gaan. Ik vond hem leuk toen ik zestien was. Hij vond mij volgens mij ook leuk, in ieder geval eventjes, want we hebben samen Bambi en Pokémon gekeken. Toen wees hij me af. Toen deed hij elke keer dat ik hem zag extreem ongemakkelijk. Nu heeft 'ie een vriendin en die vriendin weet ook dat ik hem leuk vond en ik wil niet graag de term 'sociaal experiment' zomaar rondstrooien, maar; sociaal experiment. Dit is een grapje.
Ik heb gewoon eventjes zin om een wijntje te drinken en wat te kleppen en dan weer naar huis te sjezen. Ajuus. Ik heb gezopen. Ik ben student geweest. Dat was het weer voor vandaag.
Het voelt verkeerd om te zeggen dat ik zin heb om te drinken. Ach ja. Alles met mate.
En ik ben er voor mijn vriendin.

Ik weet alleen niet zo goed wat ik aan moet doen. En of ik gewoon mijn bril op moet doen. En of ik veel make-up op moet doen of gewoon, een beetje. En of ik een rokje aan moet doen of dat dat overdreven is. Of ik kan het uitbalanceren door een band T-shirt met een rokje aan te doen. Of ik trek gewoon iets comfortabels aan. Of...
Ik zie wel.

De lucht is mooi roze. Ik houd wel van roze.
Dit zijn het soort dingen waar je niet echt een foto van kan maken, want die foto kan het niet goed vastleggen en daar raak je alleen maar teleurgesteld van.


Ik moet een keuze maken tussen twee vakken. Eentje over jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming en een psychologievak over macht en leiderschap. Het eerste vak past goed in mijn dossier van jeugdvakken en komt vanuit mijn studie, maar ik heb geen zin in al die negatieve onzin, criminaliteit is niet zo mijn ding. Dus het tweede vak ligt me beter, maar je moet er verplicht een podcast voor maken en als iets eng klinkt, is dat het wel. Een podcast.
Hallo, ik ben ik en vandaag gaan we het hebben over macht en/of leiderschap, ik denk dat ik hier nog ergens wel een verwijzing naar Trump kan toevoegen, misschien moeten we op een of andere artiest die niets van presidentschap af weet gaan stemmen voor 2020. Misschien ook niet. Ha-ha. Benoem hier de theorie.
Maar laat ik een podcast me tegenhouden?
Ik zeg: nee!
Ik denk: godverredomme, moet ik nou echt een podcast opnemen? Nee, man, nee, dat wil ik echt niet.
En dan ga ik er de hele zomervakantie nog over piekeren, ook al wil ik gewoon dat vak doen.

Mag ik me ook gaan specialiseren in de leuke dingen zoals popmuziek en jeugdcultuur en migratie en cultuur en en en psychopathologie leek me ook wel interessant eigenlijk, maar dat zou ik niet omschrijven als 'leuk' en ik ga het niet doen, want dan moet ik weer gaan diagnosticeren en dan begin ik mijn lulverhaal over hoe ik geen psychologie doe, terwijl ik meer psychologievakken ga doen dan interdisciplinaire sociale wetenschappen onzin.
En dan beginnen ze bij die psychologievakken met dat ze een interdisciplinaire aanpak nastreven, iets als bio-psycho-sociaal, en dan denk je: o mijn god, alles is interdisciplinair, alles is ASW.
Mijn leven ís ASW.

Ik ben bijna een vierdejaarsstudent.
Volgens mij heet het volgend jaar echt, eindelijk, 'interdisciplinaire sociale wetenschappen', dus, hé, als je niet weet wat voor studie je wilt doen en, je weet wel, 'gewoon graag mensen wil helpen': schrijf je in voor ASW. Interdisciplinaire sociale wetenschappen, dus, maar dat is een lange naam.
Je kan de basic maatschappelijke vraagstukken bestuderen, zoals armoede, arbeidsomstandigheden, structurele ongelijkheden in het onderwijs, dat soort dingen. Of je gaat tijdens hoorcolleges naar Pink Floyd met 'Another brick in the wall' luisteren en je docent zegt: 'Great song, huh?', jep, hij gaat hem nog een keer draaien, je schrijft een paper over K-pop en analyseert een Disneyfilm en je denkt: oh nee, dit noemt men 'een pretstudie'.
Idealiter volg je de helft van het ene soort vakken en de andere helft van het andere soort vakken, zodat je je niet constant afvraagt of je wel geniet van je studie of of je wel iets nuttigs doet met je studie.

En je komt psychologen tegen die zeggen dat psychologie hun passie is en je komt sociologen tegen die dol zijn op die oude theorieën van Marx, want, ik weet niet waarom, waarom Marx? En je komt ASW'ers tegen die tegen je zeggen: 'Ja, ik weet eigenlijk nog steeds niet wat ik later wil doen, qua werk. Ik heb geen idee.'.
Het zijn altijd de ASW'ers die het niet weten.
Ook wel: interdisciplinaire sociale wetenschappers.
De docenten zeggen ook dat ze eigenlijk geen toekomstbeeld hadden en nu zijn ze docent, hé, en de universiteit wil ze over een bepaalde tijd weer weghebben want de universiteit zuigt, dus dan zien ze wel weer.
Ik mis mijn docent uit een of ander Oost-Europeaans land wat ze nooit bij naam genoemd heeft, maar het was wel Oost-Europeaans.
Maar ze moest weg.
Dus ze is weg.


Er is één ding dat ik nog heel goed weet, van de middelbare school. Een docent had een liedje gemaakt over iets van zeven eigenschappen voor... Ik weet niet meer wat.
Het begint met:
Zeven eigenschappen: proactief! Begin met het einde voor ogen! Belangrijke zaken eerst! Ta-da-da-da-dum! Denk in termen van winnen-winnen! Eerst begrijpen dan begrepen worden!
Dan weet ik het niet meer, maar het eindigt met: EN HOUD DE ZAAG SCHERP!
Dat zijn blijkbaar de zeven eigenschappen van effectief leiderschap van ene Covey.
Maar altijd als ik ergens de eerste stap voor moet zetten, klinkt het in mijn hoofd: Zeven eigenschappen: proactief!

Die moet ik ook op mijn positieve eigenschappenlijstje zetten.
'Proactief'.
14 jun 2019 - bewerkt op 14 jun 2019 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van iAngel
iAngel, vrouw, 25 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende