Vijf-komma-nog-wat

Ik weet niet wat het is met mij. Ik doe geen ene reet aan een vak, ik zeg letterlijk dat ik het het saaiste vak ooit vind, en ik haal er alsnog een 5,6 voor. Een 5,6 is ook zo’n flutcijfer. Het soort flutcijfer dat je in Utrecht niet mag herkansen. Het gebeurt mij constant. Dat ik voor de herkansing ga en een cijfer als dit haal.
Is het het lot dat zegt: doe meer aan school en ga voor het eerste tentamen goed leren, trut. Of zegt het lot: relax, man, het komt wel goed, zie je, je hebt dit met minimale inspanning gehaald. Bestaat het lot wel? Is dit geluk of ongeluk? Zal ik ooit hoger dan een vijf-komma-nog-wat scoren?
Ik weet het allemaal niet.

Morgen heb ik een presentatie; ik mag drie minuten praten over een theorie waarvan ik de naam nu al niet meer weet. Goed gedaan, ik. Het komt wel goed. Ik heb een mooie trui gestreken en leuke oorbellen ingedaan. Mijn glitteroogschaduw ligt al klaar. Meestal doe ik lippenstift op als ik moet presenteren, daar voel ik me lekker stoer mee, maar mijn lippen kunnen het koude weer niet aan, dus dat kan ik maar beter laten. Daarom de glitter.

Soms vraag ik me af of ik ontslagen werd bij het museum waar ik werkte, omdat ik als leerdoel had aangegeven dat ik zelfverzekerder wilde spreken, omdat ik vroeger erge presentatieangst had. Een week later werd ik opeens op gesprek geroepen dat ze enthousiasme en zelfverzekerdheid in mij miste.
Ik heb dat probleem niet zelf bedacht. Eerst werd het ‘faalangst’ genoemd, toen werd het ‘presentatieangt’ genoemd, maar ik denk zelf dat het gewoon een effect was van een ongeschikte omgeving, aangezien ik prima kan presenteren tegenwoordig. Als ik het een beetje leer. Wat ik vaak niet doe, want presentaties zijn last-minute werk in de studentenwereld. Dus ik stotter soms een beetje en dan moet ik even diep ademhalen, maar dat is niet zozeer angst en eerder gewoon struikelen over je woorden.

Vandaag heeft mijn kat de hele dag bovenop mij geslapen, maar nu ik ga slapen, zit ze beneden. Het is een beetje flauw.
Ik wil graag weekend. En als het weekend voorbij is, wil ik graag vakantie. En als de vakantie voorbij is, wil ik weer vakantie. Zo werkt het leven.
Ik wil ook graag liefde, maar ik moet die liefde maar aan mezelf geven. Ik weet niet zo goed hoe. Misschien was het niet leren voor het saaiste vak ooit daar al een voorbeeld van.

Ik wil houtskool en heel grove schetsen maken van gezichten. Aan de andere kant heb ik nog aquarel en acryl verf liggen en moet ik daar misschien iets mee doen. Aan de andere andere kant wil ik kerstkransjes bakken en moet ik daar een vorm voor kopen.
Ik heb nu al twee jaar achter elkaar een kersttulband cadeau gegeven aan mijn oom en tante en het leek me leuk om een keertje iets anders te doen. In de Koekjesbijbel stond een recept voor kerstkransjes, dus dat is het plan. Maar eerst moet ik een vormpje hebben. Ik wil ook knapperige kokoskoekjes, kokosmakronen en speculaasjes maken, maar dat kan bijna het hele jaar door.

Ik voel me een beetje eenzaam, maar ik voel me bijna altijd eenzaam, dus ik gok dat het daaraan ligt. Het is alsof het een karaktereigenschap van me is. Ik denk dat ik die koekjes moet gaan bakken. Misschien hebben ze vormpjes op de kerstmarkt.
12 dec 2018 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van iAngel
iAngel, vrouw, 25 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende