31155gkbvo5102bMíjn Vroeger is de Tijd Vóór Navoth
Q
TOEN IK ACHAV ONGEBREIDELD LIEFHAD
ÈN ZÍJN ZWAKHEDEN GEMAKKELIJK KÒN VERDRAGEN?! IK HAD HÈM DAARNA NOG STEEDS LIEF,
MAAR ZIJN ZWAKHEID BOEZEMDE ME AFKEER IN, WANT MIJN ZONDE KNAAGDE AAN DE VEERKRACHT VAN MIJN HART!
Mijn Verlòsser, hóór ik het hoefgetrappel van Jóuw Ruiters? Ben jíj het, mijn Moordenaar?
Ik begin van je te houden, Sluipschutter!
Ik verlàng naar Jóu als 'n Minnares! Kòm haastig, mijn Minnaar, mijn Dóód!
Ú was ELYA toch niet vergeten hoop ik? Ú DÀCHT MISSCHIEN: DIE ELIYAHOE, DIE IS ZEKER ALLANG DOOD,
WE HOREN IMMERS NIKS MEER OVER HÈM? Òf: misschien zàg dé Proféét wel ìn dàt IZEVEL óók maar 'n Mèns was,
wellicht zàg híj géén vijand meer in háár?
Ik zal u zeggen: die gedachten zijn ook door mijn hoofd gegaan!
De tweede gedachte was me nog liever dan de eerste? Hóe íjdel ìs de HÓÓP! Lach me niet uit:
ik hóópte dàt híj óóit voor mij zou verschijnen, zijn hoofd beschaamd zou búigen ÈN zou zèggen: 'Ik heb me vergist!
Ú hèbt ÚW bèste kràchten GEGÉVEN voor Israël! Gezégend zij uw naam!'
Och nee, u làcht me niet uit!
Waaròm zóu u? Koestert Ú niet ook dagelijks ÚW íjdele HÓPE(N)?
Vóedt Ú het niet met ÚW drómen, dé drómen van de dàg ÈN die van de nàcht?
Prevelt Ú geen bezweringsformules díe ÚW víjanden moeten beïnvloeden?
Hóe het ook zíj:
ÌK DÉÉD ÀL DÉZE DÌNGEN!
ÈN ZÍJN ZWAKHEDEN GEMAKKELIJK KÒN VERDRAGEN?! IK HAD HÈM DAARNA NOG STEEDS LIEF,
MAAR ZIJN ZWAKHEID BOEZEMDE ME AFKEER IN, WANT MIJN ZONDE KNAAGDE AAN DE VEERKRACHT VAN MIJN HART!
Mijn Verlòsser, hóór ik het hoefgetrappel van Jóuw Ruiters? Ben jíj het, mijn Moordenaar?
Ik begin van je te houden, Sluipschutter!
Ik verlàng naar Jóu als 'n Minnares! Kòm haastig, mijn Minnaar, mijn Dóód!
Ú was ELYA toch niet vergeten hoop ik? Ú DÀCHT MISSCHIEN: DIE ELIYAHOE, DIE IS ZEKER ALLANG DOOD,
WE HOREN IMMERS NIKS MEER OVER HÈM? Òf: misschien zàg dé Proféét wel ìn dàt IZEVEL óók maar 'n Mèns was,
wellicht zàg híj géén vijand meer in háár?
Ik zal u zeggen: die gedachten zijn ook door mijn hoofd gegaan!
De tweede gedachte was me nog liever dan de eerste? Hóe íjdel ìs de HÓÓP! Lach me niet uit:
ik hóópte dàt híj óóit voor mij zou verschijnen, zijn hoofd beschaamd zou búigen ÈN zou zèggen: 'Ik heb me vergist!
Ú hèbt ÚW bèste kràchten GEGÉVEN voor Israël! Gezégend zij uw naam!'
Och nee, u làcht me niet uit!
Waaròm zóu u? Koestert Ú niet ook dagelijks ÚW íjdele HÓPE(N)?
Vóedt Ú het niet met ÚW drómen, dé drómen van de dàg ÈN die van de nàcht?
Prevelt Ú geen bezweringsformules díe ÚW víjanden moeten beïnvloeden?
Hóe het ook zíj:
ÌK DÉÉD ÀL DÉZE DÌNGEN!
18 mrt 2018 - bewerkt op 21 mrt 2018
- meld ongepast verhaal
Log in om een reactie te plaatsen.
- O 30 mrt 2024 4734939/40 Die AD gelooft niet dat er i/d Bijbel
- O 30 mrt 2024 47348 In onze verbeelding ligt het antwoord klaar!
- O 29 mrt 2024 47347255Ook de EU’s géven dus uiteenlopende visies
- O 29 mrt 2024 47346 Yèsj bad ook voor hen die na de verkondiging
- O 29 mrt 2024 47345Verzadigd peinsden ze over de woorden van hun
- O 28 mrt 2024 47344254 Gewoonlijk was Pesach een feestelijke
- O 28 mrt 2024 47343253‘t Onderdeel v/d Maaltijd dat i/d christe-
- O 28 mrt 2024 47342252 ‘t Laatste Avondmaal op donderdagavond is
- O 27 mrt 2024 47341251 Zèlfs toen ut gevaar toenam wees Yèsj er
- O 27 mrt 2024 47340250 De teerling was geworpen: ‘t meest schok-
- O 27 mrt 2024 47339249Opwinding: Gééf de keizer wat hem toekomt!
- O 26 mrt 2024 47332 De reiniging van de Tempel: ‘t EU van Mark
- O 25 mrt 2024 47331 De glorieuze intocht in Yeroesjalayim: zes
- O 25 mrt 2024 47330 Een menselijker leefbaarheid als levenswijze
- O 25 mrt 2024 47329 Ééns líep Yèsj op de sjabbat ‘n man voorbij,