30562gkbvo489 ik stuurde mijn muildier regelmatig

NÁÁST ÉÉN VAN MIJN BROERS OM TE ZIEN ÒF HIJ ZICH VERMÁÁKTE EN CONSTATEERDE DAT IEDEREEN BLIJ WAS DAT HIJ DE BENAUWDHEID VAN DE STAD EVEN ÀCHTER ZICH KÒN LÁTEN! De frisse lucht van het platteland deed ons goed, wij die gewènd zijn aan de stànk van de Stàd? Er werd om het flauwste grapje úitbùndig geláchen, zoals kinderen doen wanneer ze opgewonden zijn! Ook ik stuurde mijn muildier naast dat van Amnon & óók híj wàs búitengewóón òpgewèkt! Hij vertrouwde me omdat ik hem twee keer twee jáár naar de mònd gepraat hàd? 'Ik ben blij dat ik méékon,' zei hij. 'En ik ben ereerd dat de Króónprìns mijn feestje bezóeken wìl!' 'Het ìs Làng Geléden dat ik feest heb geverd, heel lang,' zei hij & wierp je 'n dankbare blik toe! 'We gaan er iets bijzonders van maken,' zei ik & was blij dàt Ìk hèm nu ééns de vòlle waarheid kon zeggen?! Ik reed bij hem vandaan vol grimmige voldoening zoals ik het later heb genoemd, want ik wist er niet metéén wóórden voor!? We bereikten de velden van Baäl-Chatsor nog vóór de zòn ondergegaan was en daar sloegen we onze tenten op! Ik bezocht mijn herders die bij nacht in het open veld trouw de wacht hielden omdat ze de schapen & geiten moeten bewaken tegen rondzwervende wolven & dergelijke! Ik blééf hóóg zìtten op mijn muildier & sprak hen tóe als volgt: 'OOK VOOR Ú IS UT MÒRGEN FÉÉST OOK AL MOET U HARD WERKEN! U zùlt in overvloed te éten èn te drìnken krijgen, vóóràl wanneer u dan daarbij lòfliederen zingt over koning Dawied èn Zíjn Zónen! Heeft u nog vragen?' ze stelden geen vragen, want het programma wàs ze allang bekènd van andere voorgaande jaren & gelegenheden?! Ook hadden ze allang un paar góede zàngers uitgezocht die voor muziek zouden zorgen tijdens 't scheren! Ìk TRÒK me terùg in míjn tènt, maar slíep níet; ik stuurde 'n knècht naar de aanvoerder van mijn lijf-wàcht met de boodschap dat híj naar míjn tènt moest komen! Ik nóem zijn náám níet omdat ik niet wìl dàt híj door míj in gevaar komt! Ik Wéés hèm 'n plaats i/d tènt dìcht TÉGEN me áán, zodat ik ìn zíjn óór kon flúisteren. Ìk zéi: 'Let morgen goed op. Wanneer de kroonprins ladderzat is v/d wíjn, zal ik u ZÈGGEN: slá hèm dóód! Mijn broer Amnon dus! Níemand ànders, àlléén híj. Slá hèm hàrdstikke dóód & ú hóeft nèrgens bàng voor te zíjn, want wàt ú dóet, dàt dóet ú òp míjn bevèl èn bevèl ìs bevèl! Wéés flink, aarzel níet, móedig uw ozo dappere soldáten áán, Ìk zàl ú ríjkelijk belonen!' 'Héér,' fluisterde de aanvoerder. 'Ìk HÈB Làng úitgekéken naar déze DÀG, wànt ik wéét waarom de kroonprins dood móet! Híj ìs un schànde voor Òns Vòlk. Híj móet wèg!' Ik was verbaasd over zijn woorden, maar ik gaf geen antwoord meer. Ik legde ten afscheid mijn hand op zijn rug zodat hij wìst dàt hij kon gáán. Hij sloop de tent uit .........