Brief aan een niqab-meisje

Dag niqab-meisje,

Ik schrijf je deze brief omdat ik je vorige week in de tram in Rotterdam zag, samen met drie vriendinnen. Ik zag je al toen de tram de halte binnen reed en vaart minderde en ik merkte dat mijn spierspanning verhoogde. Eigenlijk wilde ik niet bij jou in de tram en ik schrok van mijn eigen gedachten en fysieke reactie op jouw aanwezigheid. Het enige wat je van mij zag waren waarschijnlijk mijn opengesperde ogen. Waarschijnlijk dacht je: weer zo'n islamofoob. Weer zo iemand die mij niet begrijpt. En ik dacht hetzelfde over jou. Je begrijpt mij niet. En daarom schrijf ik je deze brief die je nooit zult ontvangen.

Wat zou je zeggen als ik je vertelde dat mijn jongere zus zich bekeerd heeft tot jouw religie? Dat ik deze bekering met een open hart heb ontvangen en zelfs, nee toegejuicht is een te groot woord... Andere woorden: het bracht me opluchting. Want hoe zeer ik ook begrip mis voor het geloof in een godheid (welke dan ook), ik zag wat het haar bracht en brengt. De rust, de sereniteit. De balans. Toen zij een hoofddoek ging dragen scheurde ons gezin uiteen. De constante confrontatie met haar veranderende normen en waarden over onze westerse wereld was voor onze ouders te veel om emotioneel te dragen. De hoofddoek als teken van totale onderdanigheid naar een, in onze ogen, niet-bestaande entiteit die onze levens schijnbaar beheerst - te veel om te behappen. Ik heb haar hoofddoek geaccepteerd. Nee, getolereerd. Cognitieve dissonantie is wat ik me eigen heb gemaakt. Ze is mijn zus. Het enige wat ik ooit voor haar heb gewenst is tevredenheid met zichzelf. Dat ze jouw geloof, en inmiddels haar geloof, daar voor nodig had hield ik niet voor mogelijk. Maar al mijn gevoelens en gedachten aan de kant gezet - ik ben gelukkig voor haar, omdat zij gelukkig is.

Maar jij, jij bent een gelovige van een heel ander kaliber. Denk ik. Hoop ik. Ben je orthodoxer dan mijn zus? Of is dat iets wat ik mezelf wijs maak? Je kiest ervoor alles te verbergen, behalve je ogen. De enige reden dat ik weet dat je van mijn geslacht bent is omdat dit vrouwenkledij is, omdat mannen hun gezicht niet bedekken. Ja, met een baard, ik vind dat anders. Hun mond is zichtbaar, hun glimlach is te zien. Hun gezichtsuitdrukkingen leesbaar. Jij bent, in mijn ogen, gedegradeerd tot een niets. Of je dat nu zelf hebt verkozen of dat deze kledij je is opgedragen, dat weet ik niet. Je zal het me ook niet vertellen. Je zult zeggen dat het jouw keuze is geweest, dat het je dichter bij god brengt, dat het je sterker als vrouw maakt, dat het je leven verdiept en verrijkt. En terwijl ik je aankijk en je blik probeer te vangen denk ik: wat doe ik als mijn zus deze keuze maakt? Ligt dat in het rijk van de mogelijkheden?

Wat je uitdraagt met je niqab, en wat mijn zus uitdraagt met haar hoofddoek, is in strijd met waar ik mee ben opgevoed en wat mijn normen en waarden zijn, wat ik geleerd heb in mijn leven. Dat is niet erg. De wereld bestaat uit meningsverschillen en onze eigen gedachten is wat ons mensen maakt. De ideeën die mijn zus, en jij waarschijnlijk ook, koestert uit naam van een religie staan echter inmiddels zo ver van me af dat ik verzeild ben in een sociaal-cultureel-religieus limbo. Uit alle macht probeer ik haar denkbeelden te begrijpen, maar het lukt me niet. Daarom probeer ik de situatie te accepteren zoals deze is, haar te accepteren zoals ze geworden is. Haar afstoten doe ik niet. Ze is mijn zus. Jou zien in de tram was een directe confrontatie met al mijn angsten en onbegrip. Een afwijzing van wie ik ben. Zoals mijn zus met haar hoofddoek mij afwijst. Een scheidingslijn tussen jou en mij.

Als ik je dit zo vertel, snap je me dan? Snap je de blik die ik je, wellicht onterecht, toeworp? De verwarring die te lezen was op mijn gezicht? Of is jouw overtuiging zo sterk dat je je niet in kunt leven in de gevoelswereld van een atheïst die vol onbegrip kijkt naar het bijna compleet bedekte meisje dat verderop in dezelfde tram staat? Zoals ik me maar moeilijk in jou kan inleven? Had ik het gesprek met je aan moeten gaan? Had ik de vooroordelen die ik hoogstwaarschijnlijk heb aan je voor moeten leggen? Dat zijn vragen waar ik graag een antwoord op zou willen, maar waarschijnlijk nooit zal krijgen.

Hoogachtend,
11 mrt 2016 - bewerkt op 11 mrt 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Strigiformes
Strigiformes, vrouw, 34 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende